Schrijfoefening: ‘Woning’

Het is spannend de woning van een persoon binnen te komen die men nauwelijks kent. Alleen al door de aanblik van de kamers krijg je een indruk van die persoon. Probeer in deze schrijfoefening een personage te omschrijven aan de hand van zijn/haar woning. Vermijd clichés!

[voorbeeld]

Post voor de Afghaan, de zoveelste brief van een deurwaarder. Verdomme, waarom haalde die vent z’n post niet op? Mijn vingers gleden over de andere brieven en vonden er nog een gericht aan F. Tumeli. Vooruit dan, ik bracht ze wel weer. Hij was toch altijd thuis. Ik sloot de voordeur achter mij en liep naar de zijkant van het pand. Zijn houten deur zag er allesbehalve uitnodigend uit en ik vroeg me af hoe zijn woning eruitzag. Ik klopte en de deur ging open. “Meneer? Sir Tumeli!” riep ik voorzichtig. Geen reactie. Ik duwde de deur verder open en riep opnieuw terwijl de geur van terpentine me tegemoet kwam. Snel stapte ik achteruit. Gadverdamme. Geen reactie van de Afghaan. Moest ik het op z’n deurmat leggen en de deur weer dichttrekken? Ik keek de gang in met de post nog in mijn hand. Zoiets had ik nog nooit gezien. In zijn gehele gang stonden torenhoge stapels met kranten en tijdschriften tegen de muur aan. Ik stapte over de drempel naar binnen en volgde de kranten met mijn ogen de hoogte in. Tot aan het plafond! Er was nog net genoeg plaats om de gang door te lopen naar een deur die vermoedelijk naar de woonkamer leidde. In het midden van de gang ontbrak een stapel kranten. Er stond een verweerd houten tafeltje met een beeld van een olifant erop. Aan de poot van de olifant was nog net een stukje van een sticker van de Action zichtbaar. “Mister Tumeli, are you there?” probeerde ik weer, terwijl ik de deur naderde. Op de vloer lag tapijt met loszittende draden en verfspetters. Aan de hoeveelheid stofwolken en kruimels te zien, vermoedde ik dat hij al een tijdje niet meer had gestofzuigd. In de houten woonkamerdeur zat gelig mozaïekglas met een goudkleurig randje. Mijn neusvleugels trilden door de sterkte geur van terpentine en druppeltjes zweer parelden op mijn voorhoofd. Ik klopte. Stilte. Snel keek ik achterom en liep toen door de deur de woonkamer in.

Hoe vond je deze schrijfoefening? Laat een reactie achter of plaats een berichtje op de Facebook-pagina!